Wanneer we tegen locals zeiden dat we naar Kericho gingen, keken ze ons een beetje verbaasd aan. Wat ga je daar doen dan?
Thee
Kericho is de thuisbasis van de beste Keniaanse thee, die wereldwijd bekend staat om zijn smaak. Grote theebedrijven, waaronder Unilever Kenya, James Finlay en Williamson Tea, zijn hier gevestigd. Daarmee is thee een van de grootste exportproducten voor Kenia.
Chesemut Tea Estate
In de Lonely Planet lazen we over Kericho, de mooie groene omgeving en over het verblijf op een theeplantage. Het wekte onze interesse en na wat Whatsapp contact met de eigenaar konden we hier twee nachten verblijven.
Met een matatu (het openbare vervoer in Kenia, een klein volgeladen busje) reden we naar de stad Nakuru. Hier stapten we over op een grotere busorganisatie Easycoach. Het wachten op deze bus duurde iets langer dan verwacht, namelijk drie uur.
Met deze rit beseften we dat het backpacken in Afrika nu echt is begonnen. En dat alles hier – net zoals we dit in Azië ervaarde – zonder haast en op het dooie gemakje gaat.
Bijzonder aardige mensen
Na een paar uurtjes werden we door de buschauffeur pakweg 10km voor Kericho stad in the middle of nowhere afgezet. De eigenaar van de theeplantages zou ons hier ophalen. Doordat we slecht bereik hadden, vroegen we de chauffeur om de eigenaar te bellen. En te laten weten dat we aangekomen waren. Eenmaal bij de eigenaar in de auto werd hij gebeld door dezelfde buschauffeur. Hij vroeg zich af of hij ons gevonden had. Bijzonder he!
Op naar de guesthouse
Tijdens ons ritje naar onze guesthouse, vertelde de eigenaar (we twijfelen nog steeds of hij nou Kim of Martin heet) over de 1000 hectare theeplantages die hij bezit. En over het bedrijf dat hij jaren geleden van zijn vader overnam. Eenmaal bij onze guesthouse aangekomen, stond er een huisvrouw/kok voor ons klaar: Antonia. Ze zou de komende dagen voor ons eten zorgen en deed het huishouden in ons huisje (verder waren er geen andere gasten). Het voelde een beetje alsof je bij je oma bleef logeren.
Borrelen met de eigenaar
Wanneer we onze tassen neergezet hadden, vroeg de eigenaar of we met hem en een vriendin van hem mee wilden naar de Dam. Gewoon om te borrelen. Onder het genot van wijn en whiskey zagen we de zon onder gaan en kletsten we over de plantage, de cultuur in Kenia en over onze volgende bestemmingen: Kisumu en Malindi. En toen we naar huis reden zagen we een prachtige sterrenhemel.
Paardrijden
De volgende ochtend stond paardrijden door de theeplantages op het programma. Wat een bijzondere ervaring was dat! Ik denk dat na het zien van de foto’s er geen verdere uitleg nodig is…
Relaxen en chapati maken
Na het paardrijden had Antonia een heerlijke vis stew gemaakt met aardappel-pompoen puree. De rest van de middag relaxten we en ‘s avonds hielpen we Antonia bij het maken van chapati. Keniaanse chapati is een zacht platbrood dat onderdeel is van veel maaltijden in Kenia. Het wordt gegeten met een curry, stew of als ontbijt met eieren en thee.
Feitje: op deze dag 12 december was het 60 jaar geleden dat Kenia onafhankelijk werd: Jamhuri Day.
Nog meer thee
Omdat het gisteren een feestdag was, werkte er bijna niemand op de theeplantages. Maar deze ochtend wel! Voordat we naar Kisumu vertrokken, kregen we dus een korte rondleiding van manager Nelson. Ongelofelijk dat dagelijks meer dan 200 mensen theeblaadjes plukken.
Na de rondleiding was het tijd om afscheid te nemen van deze bijzondere plek en van Antonia. Op naar Kisumu!
The Little Explorer 